maandag 6 april 2009

DE DERDE HELFT

Voetbal is één van de grote passies in mijn leven. Ik doe het al vanaf mijn zevende en nog steeds verheug ik met op de woensdagavond als ik met mijn voetbalmakkers het kunstgras mag betreden. Ja, ja, echt gras ruikt veel lekkerder en slidings op een echte grasmat zijn een stuk aangenamer dan over nepsprieten met rubberemulsie ertussen. Maar ach, een sliding heb ik nooit in mijn leven gemaakt en het is op kunstgras altijd goedgekeurd, al regent het katten en honden. Bovendien ligt het 'gras' er altijd als een biljartlaken bij - een genot voor stylisten zoals ik ;-) - en polletjes gooien derhalve geen roet meer in het eten bij vol op de slof genomen ballen richting kruising. Groot nadeel: het veld als excuus gebruiken is er niet meer bij.

De Brasserskade in Delft is al bijna 18 jaar de bestemming voor een lekker potje voetbal. Ikzelf speel bij Concordia, mijn elfjarige zoon inmiddels ook een jaar of vier. Concordia staat voor normen, waarden en traditie. Het is één van de oudste voetbalverenigingen van Nederland en is meer op gezelligheid dan op prestaties gericht. Dat betekent overigens niet dat er niet fanatiek gevoetbald wordt. Wel dat je na afloop - de derde helft - altijd een biertje met elkaar drinkt. Of twee. Teamgenoot Frank zorgt voor de tosti's, John voor de chips en de rest voor het volgende rondje én de sterke verhalen. Hoe erg er ook wordt verloren, altijd is er wel een excuus: het kunstlicht, een windvlaag, het trage kunstgras, het snelle kunstgras, de te harde bal of juist te zacht. Maar aangezien we onderling strijden, spelen we wekelijks in een andere samenstelling. En zo gebeurt het maar zelden dat je langer dan twee weken achtereen bij de verliezende ploeg speelt. Polderen zit ons in de genen.

Daarnaast speelt een aantal van ons in een competitie bij de aangrenzende vereniging, DHL, in een zeven tegen zeven competitie. Hier gaat het er soms fel aan toe, maar meestal met respect voor lijf en leden. Hier wel op een grasveld (met een vleugje kunst er tussendoor), dus mét pollen, modder en echte kalklijnen. Na afloop vieze broeken - behalve bij mij, ik zei al, ik ben anti-sliding - en altijd een handdruk voor de tegenstander: 'Goed gespeeld!' Na afloop onder een te koude douche, of in het geval van kleedkamer 3 en 4, gloeiend te heet. Ons team - de Openers (...) - staat bovenaan. Alhoewel, er wordt geen stand bijgehouden, maar wij weten wel beter! En aan het einde van het seizoen vieren we ons 'kampioenschap' alsof het onze laatste kan zijn. Wat zomaar kan.

En dan sta ik ook nog als vader langs de kant van het veld. Meestal zaterdagochtend heel erg vroeg. Als andere vaders nog op één oor liggen, rijd ik met mijn zoon naar Concordia of naar één van de vele verenigingen in de Haagse regio, verenigingen waar ik zelf vroeger met Blauw-Zwart en met Concordia zware strijd leverde. Nu, zo aan de kant, sterf ik soms duizend doden, kan ik mijn mond maar moeilijk houden en leef ik mee alsof we wekelijks de finale van de Champions League spelen. Inmiddels heb ik mijn verbale bijdragen aan een goed eindresultaat flink afgebouwd. Want een volwassen kerel die loopt te roepen 'knijpen', 'dek die zone' of 'in de positie blijven!' maakt zichzelf volkomen belachelijk, wordt toch niet gehoord en haalt zijn eigen zoon behoorlijk uit z'n spel. Soms willen die Sire- en Postbus 51-spotjes nog wel eens werken... En natuurlijk ook bedankt Jan van der Mast, voor je stichtelijke woorden: 'Hans, houd nou eens op met dat geschreeuw'.

Afgelopen zaterdagochtend 9.00 uur: Concordia D3-WIK D1. Een hartstochtelijke strijd tussen de nummers 1 en 2 in de poule. Veel passie, soms vernuft en een duidelijke winnaar: Concordia-WIK 4-2. Vaders gloeien van trots, slaan elkaar op de schouders alsof ze net zelf zware strijd hebben geleverd, moeders met rode vlekken in de nek. Voor wie het niet heeft meegemaakt, geloof me, een weekeinde kan niet mooier beginnen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten